In de schoonmaakbranche komt het regelmatig voor dat de opdrachtgever afscheid neemt van zijn eigen schoonmaakbedrijf en een contract tekent bij een ander schoonmaakbedrijf. De vraag is wat er gebeurt met de medewerkers die in dienst zijn van het voormalige schoonmaakbedrijf en die in het gebouw van de opdrachtgever werkten. Kunnen ze gedwongen worden om ander werk te doen bij het oude schoonmaakbedrijf, kunnen ze ontslagen worden als er geen werk meer is of worden ze overgenomen door het nieuwe schoonmaakbedrijf?
In een recente uitspraak deed de Rechtbank Groningen uitspraak over de vraag of een werknemer van een schoonmaakbedrijf aanspraak kan maken op een arbeidsovereenkomst bij het nieuwe schoonmaakbedrijf. Het ging om de situatie dat het nieuwe schoonmaakbedrijf de opdracht had gekregen om een "object" schoon te maken op kosten van de twee schoonmaakbedrijven die tot dan toe de werkzaamheden hadden uitgevoerd en die nu het contract kwijt waren. Volgens artikel 38 van de cao van het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf was het nieuwe schoonmaakbedrijf verplicht om het merendeel van het oude personeel in dienst te nemen, maar niet allemaal. De opslorpende werknemers bleven voor de nieuwe werkgever hetzelfde schoonmaakwerk verrichten als voor de oude werkgever voordat deze de baan verloor. De vraag rees nu of een werknemer die geen arbeidsovereenkomst hoefde aan te bieden bij het nieuwe schoonmaakbedrijf, toch aanspraak kon maken op een arbeidsovereenkomst bij het nieuwe schoonmaakbedrijf.
De zaak
Een medewerkster van een schoonmaakbedrijf werkte als directeur van een polikliniek in een vermeend "object" van haar toenmalige werkgever ("het voormalige schoonmaakbedrijf"). Het "object" is een klantlocatie waar de werkgever zijn schoonmakers in dienst heeft. Vanaf een bepaald moment werden de schoonmaakwerkzaamheden van het pand door de opdrachtgever uitbesteed aan een ander schoonmaakbedrijf (“het nieuwe schoonmaakbedrijf”). Het nieuwe schoonmaakbedrijf bood deze medewerker geen arbeidscontract aan.
Het voormalige schoonmaakbedrijf deed vervolgens via het zogenaamde Mobiliteitscentrum verschillende voorstellen om de werknemer over te plaatsen en/of te ontslaan. De werknemer was het hier niet mee eens en onder verwijzing naar de wettelijke regeling van "bedrijfsovergang", bekrachtigde hij een arbeidsovereenkomst met het nieuwe schoonmaakbedrijf. Vervolgens heeft de voormalige werkgever verlof om economische redenen ("ontslag") aangevraagd en gekregen van het UWV WERKbedrijf, waarna de arbeidsovereenkomst met de werknemer is beëindigd.
Aangezien het nieuwe schoonmaakbedrijf volgens de CAO niet verplicht was de werknemer een arbeidsovereenkomst aan te bieden en het oude schoonmaakbedrijf ook een officiële vergunning van het UWV had gekregen, lijkt alles goed te zijn gegaan. De werkneemster verlangt echter (onder meer) dat bij de rechtbank wordt vastgesteld dat zij op het moment dat de schoonmaakovereenkomst werd aanvaard in dienst was van het nieuwe schoonmaakbedrijf. De rechtbank oordeelde vervolgens dat de werknemer op het moment van overname in dienst was van het nieuwe schoonmaakbedrijf.
Artikel 38 van de cao
In artikel 38 van de cao voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf is onder meer het volgende geregeld:
"ARTIKEL 38
WERKGELEGENHEID DOOR WIJZIGING VAN CONTRACT
1. Van een huurwijziging is sprake wanneer een werkgever een zaak overneemt van een opvolgende huurder. Een inschrijving als gevolg van de beëindiging van de overeenkomst door het schoonmaak-/glazenwassersbedrijf wordt eveneens beschouwd als een nieuwe inschrijving.
bieden voorwaarden
2. De werkgever die door een wijziging van overeenkomst een zaak verkrijgt, biedt de werknemers die op het tijdstip van de wijziging aan de zaak werken een arbeidsovereenkomst aan, indien:
– De werknemer heeft minimaal 1,5 jaar aan het object gewerkt;
– De werknemer die op of na 1 januari 2012 in dienst is getreden, anders dan door een contractwijziging, heeft een branche-erkend diploma.
Deze biedplicht geldt niet voor:
– de werknemer die de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt;
– de werknemer die langer dan 26 weken niet kan werken;
– De werknemer ingedeeld in functie 21.01 of 21.02 (bedrijfsleider);
– De werknemer die structureel meer dan 48 uur per week werkt voor een werkgever (tenzij de uren boven de 48 uur vóór de contractwijziging zijn ingekocht conform artikel 38 lid 6).
(…)“
De rechtbank is het met het nieuwe schoonmaakbedrijf eens dat het op grond van de cao niet verplicht was de werknemer een arbeidsovereenkomst aan te bieden. De medewerker is immers de leidsman van het object, voor wie de biedplicht niet geldt. De rechtbank is echter van oordeel dat er desondanks sprake is van een zogenaamde "overgang van onderneming". De regeling "bedrijfsovergang" is automatisch van toepassing als aan de wettelijke vereisten is voldaan, ook als een cao anders bepaalt.
bedrijfsoverdracht
De regeling "bedrijfsovergang" staat in de Nederlandse wet en is gebaseerd op Europees recht. In het geval van een bedrijfsoverdracht behouden werknemers die in dienst zijn van een overgenomen onderneming hun recht op hun arbeidsovereenkomst en arbeidsvoorwaarden en zijn zij in dienst van de overnemende onderneming (d.w.z. de verkrijger) vanaf de overnamedatum. De vraag is natuurlijk wat een "bedrijf" is en wanneer er precies sprake is van een "overdracht" of "overname".
De uitspraak
Volgens de rechtbank is er sprake van overgang van onderneming als aeconomische entiteit(als een reeks georganiseerde middelen die bestemd zijn om een voornamelijk economische of niet-economische activiteit uit te voeren), die zijn eenheid behoudt,Telefoongesprekals gevolg van een overeenkomst, fusie of spin-off. De identiteit van het bedrijf moet behouden blijven en er moet een georganiseerde economische relatie zijn.
De rechtbank is van oordeel dat in dit geval - in het algemeen: in de schoonmaakbranche - personeel alseconomische entiteit. Er is sprake van een economische entiteit wanneer deze voldoende gestructureerd en autonoom is. Dit hoeven niet noodzakelijkerwijs verworven materiële en immateriële activa te zijn. Kortom, de werknemers zijn de belangrijkste factor in de schoonmaakbranche. Wanneer het gaat om een georganiseerd geheel van loontrekkenden die specifiek en permanent met een gemeenschappelijke taak zijn belast en wanneer er geen andere relevante productiefactoren zijn, kan de beroepsbevolking als een economische eenheid worden beschouwd.
Volgens de rechtbank is in deze zaak ook de economische eenheid aanwezig.bestandennaar de nieuwe werkgever. De werkgever nam een aanzienlijk deel van het personeelsbestand over (7 van de 8) en ging verder met de bijbehorende (gespecialiseerde) schoonmaakwerkzaamheden. Als in het nieuwe bedrijf een ander schoonmaakproces wordt gehanteerd of als er bijvoorbeeld andere schoonmaakmiddelen of machines worden gebruikt, is dat naar het oordeel van de rechtbank niet van belang. Doorslaggevend is volgens de rechtbank dat een georganiseerde groep werknemers die bij de oude werkgever samen op een opruimproject waren ingezet, is overgestapt naar de nieuwe werkgever. Dat het nieuwe schoonmaakbedrijf op grond van de cao niet verplicht was om de werknemer als huismeester te accepteren, doet volgens de rechtbank niets af aan het feit dat het nieuwe schoonmaakbedrijf verplicht is om na te gaan of de wettelijke bepalingen van toepassing kunnen zijn. Regeling van de overdracht van operaties.
Omdat de rechtbank oordeelde dat er sprake was van overgang van onderneming, oordeelde de rechtbank (onder meer) dat de werknemer met de overgang van de schoonmaakovereenkomst automatisch de arbeidsverhouding met het nieuwe schoonmaakbedrijf aanging. Vanaf dit moment heeft de werknemer vanaf het moment van overplaatsing ook recht op salaris en andere voordelen, die door het nieuwe schoonmaakbedrijf worden betaald.
Diploma
In het concrete geval volstond de enkele overname van personeel dat na de overgang dezelfde werkzaamheden zou uitoefenen als vóór de overgang voor een bedrijfsoverdracht. Dit betekent echter niet dat dit voor alle situaties geldt. Bij de beoordeling of aan de voorwaarden voor de overgang van een onderneming is voldaan, moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden die kenmerkend zijn voor de overgang. het soort activiteit of overgenomen bedrijf.
Uitspraak van link:http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2014:279
Kom meer te weten?
Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u een specifieke situatie laten testen?Neem dus contact met ons op. We zijn hier om te helpen.
Atila Tavaszy
25 maart 2014
www.tavasszy.nl